De weergave van het afgelegde traject gebeurt in kilometers „km“ resp. in mijlen „mi“.
Bij wagens met bestuurdersinformatiesysteem* kunt u de meeteenheden (kilometers/mijlen) in de radio* of MMI* wijzigen. Meer informatie hierover vindt u in het instructieboekje van de radio* resp. MMI*.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller geeft de afstand aan, die de wagen in totaal heeft afgelegd.
De dagteller geeft de afstand aan die gereden is nadat de dagteller voor de laatste keer is teruggezet. Hiermee kunnen korte afstanden worden gemeten. Het laatste cijfer geeft een afstand van 100 meter of 1/10 mijl aan.
De dagteller kunt u op nul terugzetten door de terugsteltoets 0.0 Afb.1 in te drukken.
Storingsindicatie
Als er een storing in het instrumentenpaneel is, wordt op het displayveld van de dagteller continu DEF weergegeven. Laat de storing zo snel mogelijk verhelpen.
Aanwijzing
- Na het uitschakelen van het contact of het openen van het bestuurdersportier wordt gedurende 30 seconden de tijd, de datum*, de kilometerteller en de buitentemperatuur weergegeven.
- Bij uitgeschakeld contact kunt u de kilometerteller ca. 30 seconden inschakelen door de SET-toets in te drukken Afb.2.