- Afb.1 Middenconsole: START ENGINE STOP-knop (bij comfortsleutel)
Geldt voor wagens: met comfortsleutel
Met de START ENGINE STOP-knop wordt het contact ingeschakeld en de motor gestart.
U kunt uw wagen zonder de comfortsleutel te gebruiken starten. U hoeft de sleutel alleen maar bij u te hebben.
Handrem stevig aantrekken.
Schakelbak: koppelingspedaal helemaal intrappen en de versnellingshendel in neutrale stand brengen.
Automatische versnellingsbak: rempedaal intrappen en de keuzehendel in stand P of N zetten ATTENTIE!.
Op de START ENGINE STOP-knop drukken Afb.1. De motor start.
Bij wagens met dieselmotor kan het voorkomen dat de motor bij lagere temperaturen iets vertraagd start. Daarom moet u de koppeling resp. het rempedaal blijven intrappen tot de motor start. Wanneer wordt voorgegloeid, gaat het controlelampje branden.
Als de motor niet direct aanslaat, na 10 seconden met starten ophouden en het starten na ca. een halve minuut herhalen.
Nadat de koude motor is gestart, kan er korte tijd meer motorgeluid te horen zijn, omdat in de hydraulische klepspelingscompensatie eerst oliedruk moet worden opgebouwd. Dit is normaal en daarom geen reden om u zorgen te maken.
Bij wagens met start-stopsysteem* wordt het contact uitgeschakeld, als u tijdens een stopfase de START ENGINE STOP-knop indrukt.
Contact in- en uitschakelen
Door de START ENGINE STOP-knop in te drukken zonder de koppeling resp. het rempedaal in te trappen, wordt het contact ingeschakeld en door opnieuw indrukken uitgeschakeld. Bij ingeschakeld contact wordt bij wagens met dieselmotor voorgegloeid.
Aanwijzingen voor de bestuurder op het display in het instrumentenpaneel
Sleutel niet herkend. Zie instructieboekje.
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, als er geen comfortsleutel binnen in de wagen is of het systeem deze niet herkend. De comfortsleutel kan bijvoorbeeld niet worden herkend, als deze door een voorwerp (bv. attachékoffer van aluminium) is afgedekt, dat het radiografische signaal afschermt of de sleutelbatterij zwak is. Ook elektronische apparaten, zoals mobiele telefoons, kunnen het radiografische signaal storen.
Om de motor desondanks te kunnen starten of afzetten, zie de aanwijzingen bij „Storing verhelpen“ Link.
Rem intrappen
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt bij wagens met automatische versnellingsbak als u de START ENGINE STOP-knop indrukt, om de motor te starten en daarbij het rempedaal niet intrapt. De motor kan alleen worden gestart als het rempedaal wordt ingetrapt.
Koppeling intrappen
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt als u bij de schakelbak de START ENGINE STOP-knop indrukt, om de motor te starten en daarbij het koppelingspedaal niet intrapt. De motor kan alleen worden gestart of afgezet, als u het koppelingspedaal intrapt.
N of P kiezen
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt bij het starten en afzetten van de motor als de keuzehendel van de automatische versnellingsbak niet in stand P of N staat. De motor kan alleen in deze standen worden gestart en afgezet.
Sleutel niet in de wagen?
Als het controlelampje brandt en de aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, is de comfortsleutel bij draaiende motor uit de wagen verwijderd. Als de comfortsleutel niet meer in de wagen aanwezig is, kunt u het contact na het afzetten van de motor niet meer inschakelen en de motor ook niet meer starten. Bovendien kunt u de wagen niet van buitenaf vergrendelen.
P inschakelen, wagen kan wegrollen. Portieren alleen in stand P afsluitbaar.
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt om veiligheidsredenen samen met een waarschuwingssignaal, als de keuzehendel van de automatische versnellingsbak na het uitschakelen van het contact met de START ENGINE STOP-knop niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in stand P om te voorkomen dat de wagen wegrolt. Bovendien kunt u anders de wagen niet via de vergrendelingssensor op de portiergreep resp. met de comfortsleutel vergrendelen.
Contact ingeschakeld
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, als u bij ingeschakeld contact het bestuurdersportier opent. Bovendien klinkt er een zoemer. Contact uitschakelen.
- Als u de wagen - al is het slechts tijdelijk - verlaat, in elk geval de contactsleutel meenemen. Dit geldt in het bijzonder, als kinderen in de wagen blijven. De kinderen zouden anders de motor kunnen starten of elektrische uitrustingen (bv. elektrische ruitbediening) kunnen bedienen - gevaar voor ongevallen!
- Motor nooit in afgesloten ruimtes laten draaien - gevaar voor vergiftiging!
- Nooit de motor afzetten voordat de wagen volledig tot stilstand is gekomen.
- De rembekrachtiger en de stuurbekrachtiging werken alleen bij draaiende motor. Wanneer de motor is afgezet, hebt u meer kracht nodig om te sturen of te remmen. Omdat u daarbij niet zoals gewoonlijk kunt sturen en remmen, kan dit tot ongevallen en ernstig lichamelijk letsel leiden.
Voorzichtig!
Hoge motortoerentallen, volgas en sterke motorbelasting voorkomen, zolang de motor zijn bedrijfstemperatuur nog niet heeft bereikt - gevaar voor schade aan de motor!
Milieu
Laat de motor niet met stationair toerental warmdraaien. Direct wegrijden. Hierdoor voorkomt u onnodige uitstoot van schadelijke stoffen.