De juiste omgang met het airbagsysteem reduceert het gevaar voor verwondingen aanzienlijk!
- In het werkingsgebied van de hoofdairbags mogen zich geen voorwerpen bevinden, opdat de luchtzakken zich ongehinderd kunnen ontvouwen.
- Aan de kledinghaken in de wagen mag uitsluitend kleding met weinig gewicht worden opgehangen. In de zakken van de kledingstukken mogen geen zware en scherpe voorwerpen zitten. Bovendien mogen voor het ophangen van de kleding geen kleerhangers worden gebruikt.
- Tussen de personen en het werkingsgebied van de hoofdairbags mogen zich verder geen personen (bv. kinderen) of dieren bevinden. Bovendien mogen de inzittenden tijdens het rijden niet hun hoofd, armen en handen uit het raam steken.
- De zonnekleppen mogen niet naar de zijruiten worden geklapt, als hieraan voorwerpen, zoals pennen of garagedeuropeners, zijn bevestigd. Als de hoofdairbag wordt geactiveerd, zouden deze voorwerpen verwondingen kunnen veroorzaken.
- De airbagregeling werkt met sensoren die in de voorportieren zitten. Om de werking van de zij-airbags niet te beperken, mogen aan de portieren en de portierpanelen geen wijzigingen worden doorgevoerd (bv. naderhand inbouwen van luidsprekers). Beschadigingen aan de voorportieren kunnen de werking van het systeem negatief beïnvloeden. Alle werkzaamheden aan de voorportieren mogen alleen door een (Audi-)specialist worden uitgevoerd.
- Als niet vrijgegeven accessoires bij de hoofdairbag worden ingebouwd, kan bij een activering van de airbag de beschermende werking van de hoofdairbag worden verminderd. Als de hoofdairbag wordt geactiveerd, kunnen soms delen van de gebruikte accessoires in het interieur van de wagen worden geslingerd en daardoor kunnen de inzittenden worden verwond Link.
- Alle werkzaamheden aan de hoofdairbag en het uit- en inbouwen van onderdelen van het systeem vanwege reparatiewerkzaamheden (bv. hemelbekleding uitbouwen) mogen alleen door een (Audi-)specialist worden uitgevoerd, omdat er anders een storing in de werking van de airbags kan optreden.