|
Geldt voor wagens: met laptimer (S-typen)
Rondetijden meten
Om de tijdmeting te starten op het bovenste gedeelte van de tuimelschakelaar -B- drukken. In regel -3- Afb. 2 wordt de tijdmeting weergegeven.
Om de rondetijd te meten, opnieuw op het bovenste gedeelte van de tuimelschakelaar -B- drukken. Hiermee wordt gelijktijdig de meting van de volgende ronde gestart. De laatste tijdmeting verschijnt in de bovenste regel -1-. In regel -3- staat de actuele rondetijd.
Zolang bij de actuele rondetijdmeting het symbool groen brandt, is de gereden tijd beter dan de tot dan toe beste tijd. Brandt het symbool rood, dan is de gereden tijd slechter -2-.
Tussentijd weergeven en tijdmeting onderbreken (pauze)
Om een tussentijd weer te geven, drukt u op het onderste gedeelte van tuimelschakelaar -B-. De tussentijd verschijnt gedurende ongeveer 10 seconden in regel -3-. De actuele rondetijd loopt hierbij verder.
Om bijvoorbeeld voor een pauze de tijdmeting te onderbreken, het onderste gedeelte van tuimelschakelaar -B- lang ingedrukt houden.
Om de tijdmeting voort te zetten, op het bovenste gedeelte van de tuimelschakelaar -B- drukken.
Als de tijdmeting voor een pauze onderbroken is, kan deze ook na het uitschakelen van het contact op een later tijdstip worden voortgezet.
Betekenis van de weergave op het middelste display Afb. 2:
-1- |
Weergave van de laatste tijdmeting |
-2- |
Symbolen:
- : begin van de tijdmeting - : slechtste tijdmeting - : beste tijdmeting - : tussentijd - : pauze |
-3- |
Actuele tijdmeting |
-4- |
Menu:
- Ronde 1 (starten) - Nieuwe ronde (nog een rond starten) - Tussentijd (tijd binnen traject) - Pauze (onderbreking van de meting) - Terugzetten (alle waarden worden gewist) |