- Afb. 1 Kopse kant van het bestuurdersportier: Knop voor interieurbewaking en afsleepalarm
Geldt voor wagens: met alarmsysteem
Bij vergrendelde wagen activeren bewegingen in het interieur (bv. dieren) of een verandering in de hellingshoek van de wagen (bv. wagentransport) het alarm. U voorkomt onbedoeld alarm door de interieurbewaking en het afsleepalarm uit te schakelen.
Om de interieurbewaking en het afsleepalarm in en uit te schakelen, drukt u op de knop Afb. 1. De led in de knop gaat branden.
Als u nu de wagen vergrendelt, zijn de interieurbewaking en het afsleepalarm tot de volgende keer ontgrendelen uitgeschakeld.
Als u de inbraakbeveiliging (Safelock)* uitschakelt Link, worden de interieurbewaking en het afsleepalarm automatisch uitgeschakeld.
Bij van buitenaf vergrendelde wagen met ingeschakelde inbraakbeveiliging* mogen er geen personen - vooral geen kinderen - in de wagen achterblijven, omdat de portieren en ruiten van binnenuit niet meer kunnen worden geopend. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners moeilijk om in geval van nood in de wagen te komen - levensgevaar!