- Afb. 1 Bagageruimte: Reservewiel
Geldt voor wagens: met plaatsbesparend noodreservewiel
Het reservewiel ligt in de bagageruimte onder de afdekking van de laadvloer. Het is alleen voor tijdelijk gebruik bedoeld.
Reservewiel eruit nemen
Coupé: laadvloer aan de kunststof greep Afb. 1 optillen en de greep aan het bagageruimteafdichtrubber haken.
Sportback: afdekking achter de achterbank uitbouwen Link en de afdekking van de laadvloer omhoogklappen.
Handwiel Afb. 1 linksom eruit draaien.
Reservewiel eruit nemen.
Nagaan of het vervangen wiel, het wagengereedschap en de krik* goed in de bagageruimte zijn bevestigd Link.
Coupé: voordat de achterklep wordt gesloten, moet u de laadvloer weer loshaken.
Gebruik van het reservewiel (noodreservewiel)
Het noodreservewiel is alleen bedoeld om naar een werkplaats te rijden in geval van nood. Daarom het noodreservewiel zo snel mogelijk door een normaal wiel vervangen.
Voor het gebruik van het noodreservewiel zijn er enkele beperkingen. Het noodreservewiel is speciaal voor uw model wagen ontwikkeld. Daarom mag het niet met het noodreservewiel van een ander model wagen worden verwisseld.
Sneeuwkettingen
Het gebruik van sneeuwkettingen op het noodreservewiel is om technische redenen niet toegestaan.
Als u toch met sneeuwkettingen moet rijden en bandenpech bij een voorwiel heeft, het noodreservewiel op de plaats van een achterwiel plaatsen. Het vrijkomende achterwiel daarna van sneeuwkettingen voorzien en in plaats van het defecte voorwiel plaatsen.
ATTENTIE!
- Nadat het noodreservewiel is geplaatst, moet de bandenspanning zo snel mogelijk worden gecontroleerd. De bandenspanning van het noodreservewiel moet 4,2 bar bedragen - gevaar voor ongevallen!
- Niet sneller dan 80 km/h rijden - gevaar voor ongevallen!
- Acceleraties, stevig remmen en snel door de bochten rijden vermijden - gevaar voor ongevallen!
- Nooit met meer dan één noodreservewiel rijden - gevaar voor ongevallen!
- Om de velg van het noodreservewiel mag geen normale band of winterband worden gelegd.