Wagen met de krik* omhoogbrengen om het wiel te kunnen verwijderen.
Parkeerrem vastzetten om te voorkomen dat de wagen onbedoeld wegrolt.
Eerste versnelling (schakelbak) inschakelen of bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P zetten.
Markering (inkeping) op de dorpel zoeken, die het dichtst bij het te verwisselen wiel ligt Afb. 1. Achter de markering bevindt zich op de dorpel het steunpunt voor de krik.
Krik met het handwiel zo ver omhoogdraaien dat klauw Afb. 2 -A- de fels van de wagen helemaal omvat.
Krik zo plaatsen, dat klauw -A- de fels omvat en grondplaat -B- plat op de grond ligt. Grondplaat -B- moet hierbij verticaal onder steunpunt -A- staan.
Nu de slinger op de krik monteren: slinger in de opening van het handwiel steken. Slinger naar links of naar rechts draaien om deze te zekeren.
Krik met de slinger verder omhoogdraaien, tot het wiel iets van de grond loskomt.
De krik mag alleen op de aangegeven steunpunten op de dorpel worden geplaatst Afb. 2. Voor elk wiel is er precies één plaats. Op andere plaatsen mag de krik niet worden geplaatst Voorzichtig!.
Een zachte ondergrond onder de krik kan ertoe leiden dat de wagen van de krik af glijdt. Daarom de krik op een stevige ondergrond plaatsen. Daarom zo nodig een stabiele plaat met een groot oppervlak gebruiken. Daarom bij een gladde ondergrond, zoals bijvoorbeeld een tegelvloer, een stroeve ondergrond (bv. een rubber mat) gebruiken.
ATTENTIE!
- Het wegglijden van de krik met passende maatregelen voorkomen - gevaar voor verwondingen!
- De krik alleen op de daarvoor bedoelde steunpunten plaatsen en richten. Anders kan de krik bij onvoldoende grip onder de wagen wegglijden - gevaar voor verwondingen!