|
- Afb. 1 Instrumentenpaneel: Aanwijzing achteruitversnelling inschakelen
- Afb. 2 Instrumentenpaneel: Meermaals manoeuvreren in een parkeerruimte
Geldt voor wagens: met inparkeersysteem met omgevingsweergave
De bestuurder draagt de verantwoordelijkheid voor het inparkeren.
Zo lang vooruit rijden dat de pijl achter de wagen Afb. 1 wordt weergegeven ATTENTIE!, Voorzichtig!.
Na korte tijd van stilstand de achteruitversnelling inschakelen.
Wachten tot op het display in het instrumentenpaneel de aanwijzing voor de bestuurder Stuuringreep geactiveerd. Let op omgeving! verschijnt.
Handen van het stuurwiel nemen.
Houd de rijweg goed in de gaten. Wanneer de verkeerssituatie het toelaat, gedoseerd gas geven ATTENTIE!, Voorzichtig!.
Volg de optische aanwijzingen op het display ►Link en de akoestische waarschuwingstonen, tot het inparkeren is beëindigd. De pijlen geven steeds de noodzakelijke rijrichting aan.
Het inparkeersysteem stuurt automatisch in de parkeerruimte terwijl de bestuurder de pedalen bedient. De maximale inparkeersnelheid bedraagt 7 km/h. Bij een te hoge snelheid en als u in het sturen ingrijpt, schakelt het inparkeersysteem automatisch uit. Om het parkeren voort te zetten, drukt u opnieuw op de knop . In het instrumentenpaneel verschijnt weer de weergave van het inparkeersysteem.