Wissen: het geopende sms- of e-mailbericht wordt gewist.

Bellen: er wordt een telefoonverbinding met de afzender van het geopende sms- of e-mailbericht tot stand gebracht.

Beantwoorden: met de MMI touch of het letter-cijferscherm een tekst ingeven. Of: uit de lijst met sjablonen een tekst kiezen.

Doorsturen: het geopende sms- of e-mailbericht kan naar een andere ontvanger worden doorgestuurd.

Navigeren: als in de contactgegevens van de afzender geocoördinaten zijn opgeslagen of als er een navigatiereisdoel aan het contact is toegewezen, kan naar de afzender van het geopende sms- of e-mailbericht worden genavigeerd.

Nummer extraheren: in het sms- of e-mailbericht aanwezige telefoonnummers worden weergegeven en kunnen voor andere doeleinden worden gebruikt.