Als de centrale vergrendeling wordt bediend, wordt de tankklep automatisch ont- of vergrendeld.
Tankdop openen
Om te openen op de linkerzijde van de tankklep drukken Afb. 1.
Tankdop linksom losdraaien.
Tankdop boven op de geopende tankklep plaatsen Afb. 2.
Tankdop sluiten
Tankdop rechtsom op de vulopening draaien, tot deze niet meer verder kan worden gedraaid.
Voor het sluiten op de linkerzijde van de tankklep drukken, tot deze hoorbaar vastklikt.
Zodra het volgens de voorschriften bediende vulpistool voor de eerste keer is uitgeschakeld, is de brandstoftank „vol“. Daarna niet verder tanken, omdat anders ook de expansieruimte in de tank met brandstof wordt gevuld.
De juiste brandstofsoort voor de wagen staat op een sticker aan de binnenzijde van de tankklep. Meer aanwijzingen met betrekking tot de brandstof ►Link.
De inhoud van de brandstoftank van uw wagen staat vermeld in de Technische gegevens ►Link.
ATTENTIE!
Brandstof is licht ontvlambaar en kan ernstige brandwonden en andere verwondingen veroorzaken.
- Om veiligheidsredenen moet vóór het tanken de interieurverwarming* worden uitgeschakeld.
- Wij adviseren u, om veiligheidsredenen geen jerrycans met brandstof te vervoeren. Bij een ongeval kan de jerrycan worden beschadigd en kan er brandstof weglopen.
- Wettelijke voorschriften bij gebruik, opslag en vervoer van jerrycans met brandstof opvolgen.
- Wanneer u uw wagen of een jerrycan met brandstof vult, niet roken en open vuur uit de buurt houden - explosiegevaar!
-
Wanneer u in uitzonderingsgevallen toch brandstof in een jerrycan moet vervoeren, let dan op het volgende:
- Nooit de jerrycan met brandstof vullen, terwijl deze in of op de wagen staat. Bij het vullen ontstaat elektrostatische oplading, die de brandstofdampen kan ontsteken - explosiegevaar! De jerrycan tijdens het vullen altijd op de grond zetten.
- Het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening van de jerrycan steken.
- Bij jerrycans van metaal moet het vulpistool tijdens het vullen contact maken met de jerrycan. Hierdoor wordt statische lading voorkomen.
- Geen brandstof in de wagen of de bagageruimte morsen. Verdampte brandstof kan exploderen - levensgevaar!
Voorzichtig!
- Gemorste brandstof, direct van de wagenlak verwijderen - gevaar voor lakschade!
- De brandstoftank nooit helemaal leegrijden. De onregelmatige brandstofvoorziening kan tot overslaan van de ontsteking leiden. Daardoor komt er onverbrande brandstof in de uitlaat - gevaar voor beschadiging van de katalysator!
Voorzichtig!
Als de brandstoftank volledig is leeggereden, moet na het tanken gedurende ten minste 30 seconden het contact worden ingeschakeld zonder de motor te starten. Als u daarna start, kan het langer duren dan normaal - tot maximaal een minuut -, voordat de motor aanslaat. Dat komt doordat het brandstofsysteem tijdens het starten eerst moet worden ontlucht.
- [a999]Geldt voor wagens met dieselmotor
Milieuaanwijzing
In de brandstoftank niet te veel brandstof tanken - bij verwarming kan er anders brandstof naar buiten stromen.
Aanwijzing
De tankklep van uw wagen wordt niet vergrendeld, als u de wagen van binnenuit vergrendeld.
Aanwijzing
Dieselwagens zijn uitgerust met een beveiliging tegen verkeerd tanken1). Daardoor kan de tank alleen met een dieselvulpistool worden gevuld.
- Een versleten, beschadigd of te klein vulpistool kan de beveiliging tegen verkeerd tanken mogelijk niet openen. U kunt proberen het vulpistool voor het insteken in de tankvulopening te verdraaien, een andere pomp kiezen of een (Audi) specialist raadplegen.
- Bij het tanken met een jerrycan gaat de bescherming tegen verkeerd tanken niet open. U kunt dit omzeilen, door de diesel langzaam bij te vullen.
- [a999]Geldt voor wagens met dieselmotor
1) Afhankelijk van het land.