Als de AdBlue-hoeveelheid in de tank onder een bepaald niveau komt, wordt u hierover geïnformeerd:

Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt als met de hoeveelheid AdBlue in de tank alleen nog de in het bestuurdersinformatiesysteem weergegeven afstand kan worden gereden. AdBlue bijvullen.

Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt als met de hoeveelheid AdBlue in de tank alleen nog de in het bestuurdersinformatiesysteem weergegeven afstand kan worden gereden. AdBlue bijvullen. Anders kan de motor na de weergegeven afstand niet meer worden gestart, als deze eenmaal is afgezet. U kunt de resterende afstand bovendien in de boordcomputer^* opvragen.

Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt als er geen AdBlue meer in de tank aanwezig is. AdBlue bijvullen. Anders kan de motor niet meer worden gestart, als u deze heeft afgezet.

Als in de tank het minimale AdBlue-peil bereikt is, moet AdBlue worden bijgevuld ►Link.

Als de AdBlue-tank met een andere vloeistof dan AdBlue wordt gevuld en het systeem een verkeerde vulling of een systeemstoring herkent, wordt u hierover geïnformeerd middels een aanwijzing voor de bestuurder.

Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt als alleen nog de in het bestuurdersinformatiesysteem weergegeven afstand kan worden gereden. Naar de dichtstbijzijnde (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen. Anders kan de motor na de weergegeven afstand niet meer worden gestart, als deze eenmaal is afgezet.

Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt als een verkeerde vulling of een systeemstoring herkend is. Onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen. Anders kan de motor niet meer worden gestart, als u deze heeft afgezet.