- Afb. 1 Kopse kant bestuurdersportier: Sticker met bandenspanningswaarden
De juiste bandenspanning voor af fabriek gemonteerde banden en voor het noodreservewiel* is op een sticker aangegeven. De sticker Afb. 1 bevindt zich aan de kopse kant van het bestuurdersportier.
-A- Bandenmaat
-B- Bandenspanning voor de banden van de vooras
-C- Bandenspanning voor de banden van de achteras
-1- Bandenspanning bij onbeladen wagen
-2- Comfortbandenspanning* bij onbeladen wagen (niet voor alle wagens beschikbaar)
-3- Bandenspannig bij vol beladen wagen
-4- Bandenspanning voor het noodreservewiel*
Bij onbeladen wagen de aangegeven bandenspanning -1- aanhouden. Als u echter met nadruk op comfort wilt rijden, stelt u de comfortbandenspanning* -2- in. Wanneer u met maximale belading wilt rijden, moet de bandenspanning tot de voorgeschreven maximale waarde -3- worden verhoogd ATTENTIE!.
Bandenspanning controleren en corrigeren
De bandenspanning minstens eenmaal per maand en bovendien voor elke langere rit controleren.
Bandenspanning altijd bij koude banden controleren. De verhoogde spanning bij warme banden niet verminderen.
Op de sticker Afb. 1 de juiste bandenspanning aflezen die past bij uw wagenbelading.
Bandenspanning zo nodig corrigeren.
[a998]Geldt voor wagens met bandenspanningscontrole
De gewijzigde bandenspanning in het infotainment opslaan ►Link.
[a996]Geldt voor wagens met bandenspanningscontrole
De spanning van het noodreservewiel*of reservewiel* controleren. Altijd de hoogste spanning aanhouden, die voor de banden is bedoeld.
De bandenspanning altijd aan uw rijstijl en de actuele wagenbelading aanpassen.
- Overbelading kan ertoe leiden dat u de controle over de wagen verliest - gevaar voor ongevallen!
- Bij te lage bandenspanning, te hoge wagenbelading of snelheid krijgt de band een grotere vervorming te verduren. Hierdoor wordt de band te warm. Dit kan zelfs tot een klapband leiden en u kunt de controle over de wagen verliezen - gevaar voor ongevallen!
- Een verkeerde bandenspanning vergroot de bandenslijtage en heeft een negatief effect op het rij- en remgedrag van de wagen - gevaar voor ongevallen!
Voorzichtig!
Verloren ventieldopjes vervangen, om schade aan de bandenventielen te voorkomen.
Milieuaanwijzing
- Te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik.
- Bij het rijden met comfortbandenspanning* kan ook het brandstofverbruik hoger worden.
Aanwijzing
Wij adviseren, bij onbeladen wagen altijd bandenspanning -1- of de voor maximale belading aangegeven bandenspanning -3- te gebruiken.