Hoe langer vuilafzettingen op de wagen blijven zitten, des te ernstiger kan het oppervlak worden beschadigd. Hoge temperaturen, bijvoorbeeld door zonnestralen, versterken de schadelijke werking.
Vóór het wassen het grove vuil met veel water inweken.
Hardnekkig vuil, zoals vogelpoep of boomhars, kunt u het beste met veel water en een microvezeldoek verwijderen.
Na afloop van de winterse strooiperiode ook de onderzijde van uw wagen wassen.
Hogedrukreinigers
Let bij het wassen van de wagen met een hogedrukreiniger beslist op de gebruiksaanwijzingen voor de hogedrukreiniger. Dit geldt in het bijzonder voor de druk en de spuitafstand. De straal niet direct richten op de afdichtrubbers van de zijruiten, portieren, motorkap, achterklep of het schuifdak* en ook niet op banden, rubber slangen, dempingsmateriaal, sensoren* of cameralenzen*. Een afstand van ten minste 40 cm aanhouden.
Sneeuw en ijs niet met een hogedrukreiniger verwijderen.
In geen geval roterende sproeikoppen of vuilfrezen gebruiken.
Het water mag niet heter dan 60 °C zijn.
Automatische wasinstallaties
Vóór het wassen de wagen afspoelen.
Zorg ervoor dat de ruiten en het schuifdak* gesloten en de ruitenwissers uitgeschakeld zijn. Let op de voorschriften van de exploitant van de wasinstallatie, vooral als er aanbouwdelen aan uw wagen zitten.
Geef wasinstallaties zonder borstels de voorkeur.
Met de hand wassen
Wagen met een zachte spons of wasborstel van boven naar beneden schoonmaken. Oplosmiddelvrije schoonmaakmiddelen gebruiken.
Wagens met matte lak met de hand wassen
Om de lak bij het wassen met de hand niet te beschadigen, de wagen eerst ontdoen van stof en grofkorrelig vuil. Insecten, vetvlekken en vingerafdrukken kunt u het beste verwijderen met een speciaal schoonmaakmiddel voor matlak.
Het product met een microvezeldoek aanbrengen. Om het lakoppervlak niet aan te tasten, te sterke druk vermijden.
Wagen met een ruime hoeveelheid water afspoelen. Aansluitend met een neutrale shampoo en een zachte microvezeldoek schoonmaken.
De wagen opnieuw met een ruime hoeveelheid water afspoelen en vervolgens laten opdrogen. Eventuele waterresten met een zeem verwijderen.
ATTENTIE!
- De wagen alleen bij uitgeschakeld contact resp. conform de voorschriften van de exploitant van de wasinstallatie wassen - gevaar voor ongevallen!
- Als u de onderkant van de wagen of de binnenkant van de wielkasten schoonmaakt, bescherm u dan tegen scherpe metalen onderdelen - gevaar voor snijwonden!
- Na het schoonmaken kunnen de remmen als gevolg van vochtige of 's winters bevroren remschijven en -blokken vertraagd in werking treden - gevaar voor ongevallen! De remmen moeten eerst worden drooggeremd.
Voorzichtig!
- Voordat u een automatische wasstraat in rijdt, moet u zo nodig de achterspoiler inschuiven en de buitenspiegels inklappen, om beschadigingen te voorkomen. Elektrisch inklapbare buitenspiegels* mogen alleen elektrisch in- en uitgeklapt worden!
- Wagen niet in de felle zon wassen - gevaar voor schade aan de lak!
- Geen insectensponzen, ruwe keukensponzen of iets dergelijks gebruiken - gevaar voor beschadiging van het oppervlak.
-
Wagenonderdelen met matte lak:
- Geen polijstmiddelen of vaste was gebruiken - gevaar voor beschadiging van het oppervlak!
- Gebruik nooit wasprogramma's met wasbehandeling. Hierdoor kan het matlakeffect verdwijnen.
- Geen stickers of magneetborden op in matlak uitgevoerde wagendelen aanbrengen, omdat bij het verwijderen lakschade kan ontstaan.
Milieuaanwijzing
Wagen alleen op daarvoor aangewezen wasplaatsen wassen. Daar wordt voorkomen dat eventueel door olie verontreinigd water in het afvoerwater komt.