Audi A8   Bediening   Automatische versnellingsbak  tiptronic
Vóór het afslepen moet de parkeervergrendeling worden noodontgrendeld.
De noodontgrendeling zit onder de vloermat aan bestuurderszijde. Noodontgrendeling vanaf de bestuurdersstoel bedienen.
Parkeervergrendeling noodontgrendelen
Om uw wagen tegen onbedoeld wegrollen te beveiligen, zet u de parkeerrem vast Link of trapt u het rempedaal in.
In de afdekking zitten twee sleufvormige uitsparingen. Via een uitsparing de afdekking met de schroevendraaier (wagengereedschap) eruit wippen.
Band -A- in pijlrichting trekken, tot de ontgrendelingshendel vastklikt Afb. 1.
Bovenste deel van de ontgrendelingshendel weer in de uitsparing klappen.
Parkeervergrendeling weer inschakelen
Knop -B- en de ontgrendelingshendel samendrukken. U kunt de hendel nu in de beginstand terugdrukken. Zorg ervoor dat de hendel vergrendelt Afb. 2.
Afdekking weer inbouwen.
Als de parkeervergrendeling noodontgrendeld is, branden in het instrumentenpaneel het controlelampje en de rijstand N. Bovendien verschijnt de aanwijzing voor de bestuurder Wegrolgevaar! P niet mogelijk. Parkeerrem vastzetten.
ATTENTIE!
Als u de parkeervergrendeling noodontgrendelt, zet u de wagen met de parkeerrem vast of indien deze niet functioneert met het rempedaal. Een niet-vastgezette wagen kan wegrollen - gevaar voor ongevallen!

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie.