Audi A8   Bediening   Parkeerhulpsystemen  Inparkeersysteem met omgevingsweergave
Geldt voor wagens: met inparkeersysteem met omgevingsweergave
Beschreven is, hoe u fileparkeert. Wanneer u haaks op de rijbaan inparkeert, gaat u overeenkomstig te werk.
Voorwaarde: om een optimaal parkeerresultaat te verkrijgen, moet de afstand tot de rij geparkeerde wagens ongeveer 1 meter bedragen.
Knipperlicht inschakelen. De gewenste kant van de weg wordt gecontroleerd.
Om te fileparkeren rijdt u met maximaal 30 km/h vooruit. Of
Om haaks op de rijbaan in te parkeren rijdt u met maximaal 20 km/h vooruit.
Als het systeem een parkeerruimte vindt, wordt deze weergegeven Afb. 1. Verzeker u ervan dat deze parkeerruimte geschikt is voor uw wagen.
Als u de snelheid van ongeveer 50 km/h overschrijdt, schakelt het inparkeersysteem uit.
Het inparkeersysteem geeft alleen parkeerruimtes aan die voor de wagenlengte en -breedte geschikt zijn.
Het display geeft de zijde van de weg weer, die overeenkomt met het ingeschakelde knipperlicht.
Aanwijzing
  • De pijlen  resp. op het dispay in het instrumentenpaneel geven aan, aan welke kant van de weg het inparkeersysteem zal inparkeren.
  • Het systeem kan ook naderhand worden ingeschakeld, als u niet te snel langs een geschikte parkeerruimte bent gereden en u de knop indrukt en het knipperlicht inschakelt.
  • Afhankelijk van het ingeschakelde knipperlicht wordt de linker- of rechterzijde van de weg weergegeven.
  • Het beste parkeerresultaat krijgt u, als u uw wagen zo parallel mogelijk ten opzichte van de geparkeerde wagens resp. de stoeprand houdt.
  • Als zich gelijktijdig aan beide zijden van de weg geschikte parkeerruimtes bevinden, bv. in een straat met eenrichtingsverkeer, kan de knipperrichting ook naderhand worden gewijzigd om het inparkeersysteem te gebruiken.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie.