Af fabriek is de wagen met elektronische regelapparaten uitgerust, die onder andere de motor- en versnellingsbakregeling uitvoeren. Daarnaast bewaken de regelapparaten de werking van het uitlaatsysteem en de airbags.
De elektronische regelapparaten beoordelen daartoe tijdens het rijden voortdurend wagenrelevante gegevens. Bij optredende storingen of afwijkingen van de voorgeschreven waarden worden uitsluitend deze gegevens opgeslagen. Storingen worden in de regel door de controlelampjes in het instrumentenpaneel weergegeven.
Opgeslagen gegevens in de regelapparaten kunnen alleen met speciale apparaten worden afgevraagd en beoordeeld.
Dankzij het opslaan van de betreffende gegevens is een specialist in staat, opgetreden storingen te herkennen en te verhelpen. Het kan hierbij de volgende gegevens betreffen:
- motor- en versnellingsbakrelevante gegevens
- snelheid
- rijrichtinggegevens
- remsterktegegevens
- gordelafvraaggegevens
In geen geval worden door de ingebouwde regelapparaten gesprekken in de wagen opgeslagen.
Bij wagens met een noodoproepfunctie via de mobiele telefoon of andere aangesloten apparaten kan de actuele wagenpositie worden doorgegeven. Bij ongevallen, waarbij regelapparaten een airbagactivering registreren, kan automatisch door het systeem een signaal worden verzonden. Dit is afhankelijk van de provider. De verzendmogelijkheid werkt altijd uitsluitend in gebieden met voldoende mobiele-telefoondekking.
Ongevalgegevensgeheugen (Event Data Recorder)
De wagen is niet met een ongevalgegevensgeheugen uitgerust.
In een ongevalgegevensgeheugen wordt informatie uit de wagen tijdelijk opgeslagen. Zo verkrijgt men in het geval van een ongeval gedetailleerde inzichten over het verloop van het ongeval. Bij wagens met een airbagsysteem kunnen bijvoorbeeld ongevalsrelevante gegevens zoals botssnelheid, gordelslottoestanden, stoelstanden en activeringstijden worden opgeslagen. De hoeveelheid gegevens is afhankelijk van de betreffende fabrikant.
De inbouw van een dergelijk ongevalgegevensgeheugen mag alleen met toestemming van de eigenaar plaatsvinden en is in sommige landen wettelijk geregeld.
Herprogrammeren van regelapparaten
Alle gegevens voor de aansturing van componenten zijn in de regelapparaten opgeslagen. Enkele comfortfuncties, zoals comfortknipperen, éénportierontgrendeling en displayweergaven kunnen via speciale werkplaatsapparatuur worden geherprogrammeerd. Als de comfortfuncties worden geherprogrammeerd, komen de betreffende gegevens en beschrijvingen in dit instructieboekje niet meer overeen met de gewijzigde functies. Wij adviseren u, de herprogrammering in het Serviceplan onder „Vermeldingen door de werkplaats“ te laten bevestigen.
Informatie over mogelijke herprogrammeringen kunt u verkrijgen bij uw Audi-specialist.
Storinggeheugen
In de voetenruimte aan bestuurderszijde zit een diagnoseaansluitbus om het storinggeheugen af te vragen. In het storinggeheugen worden gegevens over de werking en toestand van de elektronische regelapparaten opgeslagen. Laat het storinggeheugen alleen door uw (Audi-)specialist afvragen en wissen.
ATTENTIE!
De diagnoseaansluitbus mag niet voor privédoeleinden worden gebruikt. Oneigenlijk gebruik kan storingen tot gevolg hebben - gevaar voor ongevallen!