Om de dagteller op nul te zetten, drukt u op de 0.0-toets -8- Afb. 2.
De weergave van het afgelegde traject gebeurt in kilometers „km“ resp. in mijlen „mi“.
Bij wagens met bestuurdersinformatiesysteem kunnen de meeteenheden (kilometers/mijlen) in het infotainment* worden gewijzigd.
-A- - De kilometerteller geeft de afstand aan, die de wagen in totaal heeft afgelegd.
-B- - De dagteller geeft de afstand aan die gereden is nadat de dagteller voor de laatste keer is teruggezet. Hiermee kunnen korte afstanden worden gemeten. Het laatste cijfer geeft een afstand van 100 meter of 1/10 mijl aan. De dagteller begint bij 9999,9 km (mi) automatisch weer op nul.
Storingsindicatie
Als er een storing in het instrumentenpaneel is, wordt in het weergaveveld van de dagteller DEF weergegeven. De storing zo snel mogelijk laten verhelpen.