- Afb. 1 Bestuurdersportier: Slotcilinder
Alle ruiten en het glazen panoramadak* kunnen tegelijk worden geopend en gesloten.
Comfortopenen
Ontgrendelingsknop op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukken tot de ruiten de gewenste stand hebben bereikt en het dak* omhooggezet is, of
Sleutel in de ontgrendelingsstand -A- Afb. 1 houden tot alle ruiten de gewenste stand hebben bereikt en het glazen panoramadak* omhooggezet is.
Comfortsluiten
Vergrendelingsknop op de sleutel indrukken totdat alle ruiten en het dak* zijn gesloten ATTENTIE!, of
De sleutel in de vergrendelingsstand -B- houden, tot alle ruiten en het dak* gesloten zijn.
Comfortsluiten met de comfortsleutel*
Sensor* op de portiergreep aanraken totdat alle ruiten en het dak* zijn gesloten. Laat uw hand daarbij niet op de portiergreep rusten.
Comfortopenen instellen
U kunt in het infotainment* vastleggen welke ruiten bij het comfortopenen worden geopend.
Kies: functietoets CAR > keuzetoets Systemen resp. Car systemen > Wageninstellingen > Centrale vergrendeling > Ruiten openen door lang indrukken.
Om het comfortopenen van de ruiten en het glazen panoramadak* mogelijk te maken, moeten de functies ruiten voor, ruiten achter en schuifdak ingeschakeld zijn.
Bij het omhoogzetten of sluiten van het glazen panoramadak* wordt ook het elektrisch bedienbare rolgordijn geopend of gesloten.
- Nooit achteloos of ongecontroleerd de ruiten en het glazen panoramadak* sluiten - gevaar voor verwondingen!
- Om veiligheidsredenen mogen de ruiten en het glazen panoramadak* slechts vanaf ca. 2 meter afstand van de wagen met de radiografische afstandsbediening worden geopend en gesloten. Tijdens het bedienen van de knop altijd naar het omhoogschuiven van de ruiten en het sluiten van het glazen panoramadak* kijken, opdat niemand klem komt te zitten. Als u de knop loslaat, wordt het sluiten direct afgebroken.