Het snelheidswaarschuwingssysteem helpt u om onder een bepaalde maximumsnelheid te blijven.
Het snelheidswaarschuwingssysteem geeft een waarschuwing, als u een eerder opgeslagen maximumsnelheid overschrijdt. Zodra de snelheid de opgeslagen waarde met ca. 3 km/h overschrijdt, klinkt er een waarschuwingstoon. Tegelijkertijd verschijnen op het display in het instrumentenpaneel het controlelampje en de aanwijzing voor de bestuurder Waarschuwingsdrempel overschreden. Het controlelampje gaat uit, als de rijsnelheid weer onder de opgeslagen maximumsnelheid daalt.
Het opslaan van waarschuwingsdrempel is aan te bevelen, als u aan een bepaalde maximumsnelheid wilt worden herinnerd. Bijvoorbeeld bij het rijden in een land met een snelheidsbeperking of bij gebruikmaking van winterbanden met een voorgeschreven maximumsnelheid.
Aanwijzing
- Onafhankelijk van het snelheidswaarschuwingssysteem moet u met behulp van de snelheidsmeter erop letten dat u zich aan de wettelijk voorgeschreven maximumsnelheid houdt.
- Het snelheidswaarschuwingssysteem waarschuwt u in uitvoeringen voor sommige landen bij een snelheid van 120 km/h. Deze waarschuwingsdrempel is af fabriek ingesteld.