U kunt kiezen tussen comfort, auto en dynamic.
Om de modus in te stellen, de knop zo vaak indrukken, dat de gewenste modus op het display in het instrumentenpaneel wordt weergegeven. Of
Kies in het infotainment* de functietoets CAR > comfort, auto of dynamic.
U kunt de modus bij stilstaande wagen of tijdens het rijden veranderen. Als het verkeer dit toelaat, laat u na het wisselen kort het gaspedaal los, zodat de nieuw gekozen modus ook voor de motor wordt geactiveerd.
comfort - leidt tot een comfortgeoriënteerde wagenafstemming en is zeer geschikt voor bijvoorbeeld lange snelwegritten.
auto - biedt in totaal een comfortabel maar toch dynamisch rijgedrag en is goed geschikt voor alledaags gebruik.
dynamic - geeft de bestuurder een sportief rijgevoel en is geschikt voor een sportieve rijstijl.
ATTENTIE!
Let op het verkeer, wanneer u de drive select bedient - gevaar voor ongevallen!