Sneeuwkettingen verbeteren de rijeigenschappen in de sneeuw.
Sneeuwkettingen alleen op de voorwielen monteren.
Let op de topsnelheid van 50 km/h.
Controleer resp. corrigeer na enkele meters de bevestiging van de sneeuwkettingen. Neem daarbij de montagehandleiding van de producent in acht.
Bij winterse wegomstandigheden verbeteren sneeuwkettingen niet alleen de grip, maar ook het remgedrag.
Het gebruik van sneeuwkettingen is om technische redenen alleen op een bepaalde velg-bandcombinatie toegestaan:
Velgenmaat |
Inpersdiepte (ET) |
Bandenmaat |
---|---|---|
8,0Jx18 |
36 mm |
225/50 |
Sneeuwkettingen met platte schakels gebruiken. Deze mogen niet dikker zijn dan 13,5 mm - inclusief kettingslot.
Als u over sneeuwvrije trajecten rijdt, de kettingen verwijderen. Anders beïnvloeden ze de wegligging, beschadigen ze de banden en zijn ze snel versleten.
Als sneeuwkettingen zijn voorgeschreven, geldt dit in het algemeen ook voor wagens met 4-wielaandrijving.