De lane assist ondersteunt bij het blijven aanhouden van de rijstrook.
Met een camera worden de rijstrookscheidingslijnen herkend. Als de wagen een herkende scheidingslijn nadert en de rijstrook dreigt te verlaten, dan wordt de bestuurder met trillingen in het stuurwiel gewaarschuwd. Als de lane assist aan beide zijden van de eigen rijstrook scheidingslijnen herkent, is het systeem klaar voor gebruik. Dit wordt met het groene controlelampje in het instrumentenpaneel weergegeven.
Als het systeem paraat is en vóór het overschrijden van een scheidingslijn met het knipperlicht richting wordt aangegeven, dan wordt er geen waarschuwing gegeven, omdat het systeem aanneemt dat met reden van rijstrook wordt gewisseld.
Het systeem is geconstrueerd voor het rijden op (auto)snelwegen en provinciale wegen, daarom werkt het pas vanaf een snelheid van ca. 65 km/h.
ATTENTIE!
- De lane assist houdt de wagen niet zelf in de rijstrook. Het systeem wijst de bestuurder er slechts met een waarschuwing op dat de rijstrook wordt verlaten. De verantwoordelijkheid voor het juist aanhouden van de rijstrook ligt altijd bij de bestuurder.
- Niet alle rijstrookscheidingslijnen worden door de camera herkend en het kan voorkomen dat de structuur van een rijbaan of objecten als scheidingslijnen worden herkend. Dit kan ertoe leiden dat u geen of verkeerde waarschuwingen krijgt.
- Het zicht van de camera kan bijvoorbeeld door voor u rijdende wagens of door regen, sneeuw, sterk opspattend water of tegenlicht verminderd zijn. Dit leidt ertoe dat de scheidingslijnen door de lane assist niet worden herkend.