|
De achterklep kan elektrisch worden geopend en gesloten.
Achterklep openen
Ten minste één seconde op de -knop van de sleutel met radiografische afstandsbediening drukken. Of
-knop in het bestuurdersportier kort aantrekken Afbeelding31►. Of
Op de handgreep in de achterklep drukken.
Achterklep sluiten
Bij ingeschakeld contact de knop in het bestuurdersportier aantrekken, tot de achterklep gesloten is ►. Of
Knop in de achterklep indrukken Afbeelding32►. De achterklep zakt automatisch omlaag en wordt gesloten ►. Of
Knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukken tot de achterklep zichzelf sluit (wagens met comfortsleutel*) ►. Neem daarbij voldoende afstand tot de achterklep in acht. De afstand mag maximaal 3 m bedragen. Of
Knop in de achterklep Afbeelding32► (wagens met comfortsleutel*) indrukken. De sleutel mag niet verder dan ca. 1,5 m van de bagageruimte verwijderd zijn en zich niet in de wagen bevinden. De achterklep zakt automatisch omlaag en wordt gesloten. De wagen wordt vergrendeld ►. Of
Achterklep zachtjes aan de handgreep aan de binnenzijde trekken. De achterklep zakt automatisch omlaag en wordt gesloten ►. Of
Op de handgreep in de achterklep drukken. De achterklep zakt automatisch omlaag en wordt gesloten ►.
Openingsstand van de achterklep vastleggen
Achterklep in de gewenste openingsstand brengen ►. De stand kan pas vanaf een bepaalde hoogte worden opgeslagen.
Knop in de achterklep gedurende ten minste vier seconden indrukken, om de gewenste openingsstand op te slaan. Er volgt een optisch en akoestisch signaal.
Om een hogere openingsstand vast te leggen, wacht u vijf seconden en drukt u de achterklep voorzichtig omhoog.
Knop opnieuw gedurende ten minste vier seconden indrukken om de gewenste openingsstand op te slaan.
Het openen of sluiten wordt direct onderbroken, indien:
- u aan de knop in het bestuurdersportier trekt of deze loslaat, of
- u de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening (wagens met comfortsleutel*) indrukt of loslaat, of
- u de knop of (wagens met comfortsleutel*) in de achterklep indrukt, of
- u op de handgreep in de achterklep drukt of
- zwaar bewegen of een obstakel de handeling blokkeert.
Wanneer u nu op de handgreep drukt of een van de knoppen of indrukt (wagens met comfortsleutel*), wordt - afhankelijk van de openingshoek - de achterklep weer geopend of gesloten.
- Controleren of het slot is vastgeklikt nadat de achterklep is gesloten. De achterklep zou anders tijdens het rijden plotseling kunnen opengaan - gevaar voor ongevallen!
- Geldt voor wagens met alarmsysteem*: bij van buitenaf vergrendelde wagen met ingeschakeld Safelock* mogen er geen personen - vooral geen kinderen - in de wagen achterblijven, omdat de portieren en ruiten van binnenuit niet meer kunnen worden geopend link►. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners moeilijk om in geval van nood in de wagen te komen - levensgevaar!
- Nooit achteloos of zonder controle de achterklep sluiten. Hierdoor kunt u zichzelf of andere personen ondanks de krachtbegrenzing ernstig verwonden.
- Verzeker u ervan dat niemand zich in de buurt van de achterklep bevindt, in het bijzonder in de buurt van de scharnieren en de bovenste en onderste rand van de achterklep - gevaar voor verwondingen door knellen!
- Nooit met een op een kier staande of zelfs open achterklep rijden, omdat anders uitlaatgassen in het interieur kunnen binnendringen - gevaar voor vergiftiging!
- Als er een bagagedrager op de achterklep is gemonteerd, bv. een fietsendrager, dan is het mogelijk dat de achterklep niet helemaal opengaat resp. dat de geopende achterklep door het extra gewicht vanzelf zakt. Daarom moet de geopende achterklep extra worden ondersteund of moet vóór het openen van de achterklep de lading van de bagagedrager worden verwijderd – gevaar voor verwondingen!
De achterklep kan bij het openen bijvoorbeeld tegen het plafond van de garage stoten en beschadigd worden.
Let op
- Of de bagageruimte met de handgreep kan worden geopend, is afhankelijk van de instellingen in het infotainment link►.
- Als u de achterklep met de sleutel met radiografische afstandsbediening (wagens met comfortsleutel*) resp. met de knop in het bestuurdersportier vergrendelt, klinken er akoestische signalen.
- Bij vergrendelde wagen kan de achterklep apart worden ontgrendeld door op de -knop van de sleutel met radiografische afstandsbediening te drukken. Als u de achterklep weer sluit, wordt deze automatisch vergrendeld.
- Het sluiten van de achterklep met de sleutel met radiografische afstandsbediening (wagens met comfortsleutel*) werkt tot een afstand van ca. 3 meter.
- Bij een zwakke accu kan de achterklep met de hand worden bediend. Hiervoor is meer krachtinspanning nodig. De klep langzaam bewegen, zo is minder krachtinspanning nodig.
- Als het stopcontact voor de aanhangwagen wordt gebruikt (bv. fietsendrager) kunt u de achterklep met de handgreep of met de voetbeweging (wagens met comfortsleutel*) openen en sluiten.