|
Geldt voor wagens met snelheidsbegrenzer
Om het regelsysteem in te schakelen, hendel in stand -1- Afbeelding126► trekken.
Om de snelheidsbegrenzer te selecteren, drukt u op toets -B-. De aanwijzing voor de bestuurder Snelheidsbegrenzer: gekozen verschijnt op het display in het instrumentenpaneel.
Om de regelsnelheid op te slaan, drukt u tijdens het rijden op de toets -A-.
De opgeslagen regelsnelheid en het controlelampje worden op het display in het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij ingeschakelde snelheidsbegrenzer kunt u naar de systemen snelheidsregelsysteem* link► of adaptive cruise control* link► wisselen. Op de toets -B- drukken, tot op het display in het instrumentenpaneel het betreffende systeem wordt weergegeven.
De voor de snelheidsbegrenzer ingestelde regelsnelheid blijft opgeslagen en kan bij het terugschakelen naar de modus snelheidsbegrenzer weer worden hervat.