De bergwegrijhulp vergemakkelijkt het wegrijden op hellingen.
Voorwaarde: het bestuurdersportier is gesloten, de veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgegespt en de motor is gestart.
Het systeem is ingeschakeld als het rempedaal enkele seconden wordt ingetrapt.
Om te voorkomen dat de wagen tijdens het wegrijden terugrolt, wordt de remkracht na het loslaten van het rempedaal kort vastgehouden. In dit korte moment kunt u de wagen comfortabel in beweging zetten.
ATTENTIE
- De intelligente techniek van de bergwegrijhulp kan de natuurkundig bepaalde grenzen niet overschrijden. Het aangeboden hogere comfort van de bergwegrijhulp mag u niet ertoe verleiden een veiligheidsrisico te nemen.
- De bergwegrijhulp kan niet in alle gevallen de wagen op een helling stilhouden (bijvoorbeeld op een gladde of bevroren ondergrond).
- Indien u na het loslaten van het rempedaal niet onmiddellijk wegrijdt, zal de wagen onder bepaalde omstandigheden langzaam naar achteren wegrollen. Trapt u dan direct op het rempedaal resp. zet de parkeerrem vast.
- Wanneer u de motor laat afslaan, trapt u dan direct op het rempedaal resp. zet de parkeerrem vast.
- Om bij langzaamrijdend en stilstaand verkeer op hellingen te voorkomen dat de wagen bij het wegrijden ongewild terugrolt, moet u vóór het wegrijden het rempedaal enkele seconden ingetrapt houden.
Let op
Of uw wagen met de bergwegrijhulp is uitgerust, kunt u navragen bij uw (Audi-)specialist.