|
- Afb. 1 Overzicht instrumentenpaneel
Het instrumentenpaneel is de informatiecentrale voor de bestuurder.
| -1- | Toerenteller met controlelampjes |
| -2- | Koelvloeistoftemperatuurmeter* of boost* (laaddrukcontrolemeter)
|
| -3- | Controlelampjes knipperlichten |
| -4- |
Display
|
| -5- | Snelheidsmeter met controlelampjes |
| -6- | ►Brandstofmeter |
| -7- | ►Display voor: centraal controlelampje resp. systeemweergaven |
| -8- | ►Resetknop voor dagteller 0.0 |
Aanwijzing
Bij ingeschakeld contact zijn de naalden in het instrumentenpaneel verlicht. De schalen worden extra verlicht, wanneer het licht is ingeschakeld. Bij afnemende omgevingshelderheid wordt de instrumentenverlichting automatisch gedimd. Deze functie moet de bestuurder eraan herinneren om bij afnemende omgevingshelderheid het dimlicht op tijd in te schakelen.