|
Geldt voor wagens met inparkeersysteem
De bestuurder draagt de verantwoordelijkheid voor het inparkeren.
Vooruitrijden tot op het scherm van het infotainment aanwijzingen voor het automatisch inparkeren verschijnen Afbeelding189► ►, ►. Zodra de wagen de juiste positie heeft bereikt, verschijnt op het scherm een P in de beoogde parkeerruimte.
Zo nodig kunt u met de draai-drukknop een andere parkeermodus kiezen, indien anders op de parkeerruimte af moet worden gereden.
Als op het scherm de aanwijzing voor de bestuurder Achteruitversnelling kiezen en handen van het stuurwiel nemen. verschijnt, is het inparkeersysteem gereed.
Na korte tijd van stilstand de achteruitversnelling inschakelen.
Handen van het stuurwiel nemen.
Volg de optische aanwijzingen op het scherm link► en de akoestische waarschuwingstonen, tot het inparkeren is beëindigd. De pijlen op de wagen geven steeds de vereiste rijrichting aan.
Het inparkeersysteem stuurt automatisch in de parkeerruimte terwijl de bestuurder de pedalen bedient. De maximale inparkeersnelheid bedraagt 7 km/h. Bij een te hoge snelheid en als u in het sturen ingrijpt, schakelt het inparkeersysteem automatisch uit. Om het parkeren voort te zetten, drukt u opnieuw op de knop . Op het scherm verschijnt weer de weergave van het inparkeersysteem.
Let op
U kunt de door het systeem opgegeven rijrichting ook van tevoren annuleren door tussen de vooruit- en achteruitversnelling te wisselen. Het systeem berekent dan aan de hand van de positie van de wagen de verdere stuur- en rijrichtingen voor het manoeuvreren.