|
De ingeschakelde rijstand wordt naast de keuzehendel weergegeven
Afbeelding62►. Bovendien verschijnt de ingeschakelde rijstand op het scherm in het instrumentenpaneel.
Afhankelijk van de ingeschakelde rijstand en de gewenste rijstand, moet u de keuzehendelvergrendeling loszetten.
Hiervoor drukt u de ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in
Afbeelding62►.
Om de volgende rijstand te kiezen de keuzehendel tot het eerste drukpunt naar voren of achteren bewegen. De keuzehendel keert in de uitgangspositie terug.
Om een rijstand over te slaan, beweegt u de keuzehendel over het drukpunt heen in de gewenste rijstand. De keuzehendel keert in de uitgangspositie terug.
Om bijvoorbeeld vanuit rijstand D direct naar rijstand R te schakelen, kunt u rijstand N overslaan.
Keuzehendelvergrendeling
De keuzehendelvergrendeling voorkomt dat per ongeluk een rijstand wordt ingeschakeld en de wagen daarbij onbedoeld in beweging komt. Om deze reden moet u bij het inschakelen van bepaalde rijstanden ontgrendelknop -1- op de keuzehendel indrukken en/of het rempedaal intrappen
Afbeelding62►.
Om bij draaiende motor en stilstaande wagen een rijstand in te schakelen, moet u het rempedaal intrappen.
Als u binnen een seconde van de vooruitversnelling D naar de achteruitversnelling R schakelt, hoeft u het rempedaal niet in te trappen. Dat stelt u bijvoorbeeld in staat, een vastgereden wagen "los te schommelen".
P - parkeervergrendeling
In deze stand zijn de aangedreven wielen geblokkeerd. De parkeervergrendeling alleen bij stilstaande wagen inschakelen
►. Om rijstand P in te schakelen, drukt u de P-knop -2- op de keuzehendel in
Afbeelding62►. Naast de keuzehendel verschijnt P.
De parkeervergrendeling kan alleen bij draaiende motor en ingetrapt rempedaal worden losgezet. Om de parkeervergrendeling los te zetten, trapt u het rempedaal in, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u de gewenste rijstand
Afbeelding62►.
Als u de motor in rijstand D, S, R of in de handmatige functie afzet, wordt automatisch P ingeschakeld.
Als u de motor in rijstand N afzet, blijft de versnellingsbak ca. 20 minuten in N en schakelt dan P in.
Om de wagen af te slepen, moet u de parkeervergrendeling noodontgrendelen
link►.
R - achteruitversnelling
In deze stand is de achteruitversnelling ingeschakeld. Schakelt u de achteruitversnelling alleen bij stilstaande wagen en stationair toerental van de motor in
►. Om de rijstand R in te schakelen, trapt u het rempedaal in, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u rijstand R
Afbeelding62►.
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling klinkt een bevestigingstoon.
N - neutrale (stationaire) stand
In deze stand is er geen versnelling ingeschakeld. Om de rijstand N in te schakelen, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u rijstand N
Afbeelding62► of trekt u gelijktijdig aan beide peddels
Afbeelding►.
Als u de motor in rijstand N afzet, blijft de versnellingsbak ca. 20 minuten in N en schakelt dan P in.
Bij uitgeschakeld contact kan de rijstand N niet meer worden ingeschakeld. Wanneer u door een autowasstraat rijdt, daarom eerst rijstand N kiezen en daarna de motor afzetten.
In rijstand N kan de wagen om veiligheidsredenen niet worden vergrendeld.
D/S - vooruitrijden
In de rijstand D/S kan de versnellingsbak in de normale stand D of in de sportstand S worden gebruikt. Om de sportstand S in te schakelen, beweegt u de keuzehendel naar achteren. Rijstand S kunt u alleen vanuit D inschakelen. Om vanuit de rijstand S weer D in te schakelen, beweegt u de keuzehendel eveneens naar achteren
►. Om bij een snelheid onder de 2 km/h vanuit stand N de rijstand D in te schakelen, trapt u het rempedaal in en kiest u rijstand D
►.
In de normale stand D kiest de versnellingsbak automatisch de geschikte overbrengingsverhouding. Deze is afhankelijk van motorbelasting, rijsnelheid en rijstijl.
De sportstand S kiezen voor een sportieve rijstijl. Het volledige vermogen van de motor wordt benut. Bij het versnellen kunnen de schakelfasen voelbaar zijn.
Als u in de drive select de modus dynamic instelt, wordt automatisch de rijstand S ingeschakeld.
Als u de performance-modus* instelt, zijn er meer schakelprogramma s beschikbaar
link►.
- Ook bij uitgeschakeld contact kan de wagen wegrollen.
- Bij draaiende motor is het in alle rijstanden (behalve P of N) nodig om het rempedaal ingetrapt te houden, omdat ook bij stationair toerental de krachtoverbrenging niet helemaal wordt onderbroken - de wagen "kruipt".
- Voordat u of andere personen de motorkap openen, moet rijstand P worden ingeschakeld en de parkeerrem worden vastgezet - gevaar voor ongevallen! Beslist de waarschuwingsaanwijzingen opvolgen link►.
Let op
Als u tijdens het rijden per ongeluk stand N hebt ingeschakeld, het gas loslaten en wachten tot de motor stationair draait, voordat u weer D of S inschakelt.