|
Geldt voor wagens: met uitschuifbare achterspoiler
De uitschuifbare achterspoiler verhoogt de rijstabiliteit.
De achterspoiler wordt in- en uitgeschoven. Er kunnen verschillende bedrijfsfuncties (handmatige modus resp. automatische modus) zijn geactiveerd.
Automatische modus (normale werking)
- Automatisch uitschuiven: bij overschrijding van een snelheid van ca. 120 km/h wordt de achterspoiler automatisch uitgeschoven.
- Automatisch inschuiven: als de snelheid lager wordt dan ca. 80 km/h wordt de achterspoiler automatisch ingeschoven.
Handmatige modus
- Handmatig uitschuiven: door kort op de knop Afbeelding116► te drukken, wordt de achterspoiler volledig uitgeschoven.
- Handmatig inschuiven: bij een snelheid tot ca. 20 km/h wordt de achterspoiler ingeschoven door de knop ingedrukt te houden. Bij een snelheid tussen 20 km/h en 120 km/h wordt de achterspoiler volledig ingeschoven door op de knop te drukken.
Controlelampjes
/
Achterspoiler: systeemstoring!
De achterspoiler is door een storing mogelijk niet uitgeschoven. In dit geval kan bij hoge snelheden het rijgedrag veranderen. Niet sneller dan 140 km/h rijden. Op korte termijn naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen. De kleur van het controlelampje is snelheidsafhankelijk.
ATTENTIE
Bij het uit- en inschuiven van de achterspoiler dient men erop te letten dat geen personen en voorwerpen in het bewegingsbereik van de spoiler aanwezig zijn - gevaar voor verwondingen!
VOORZICHTIG
- De wagen in geen geval aan de achterspoiler duwen - gevaar voor beschadiging!
- Om beschadiging van de achterspoiler te voorkomen, daar niet op leunen of op een andere manier belasten.
- De achterspoiler alleen handmatig bedienen als de achterklep is gesloten en de beweegbare delen van de uitschuifbare achterspoiler niet zijn geblokkeerd - gevaar voor beschadiging!
Let op
Achterspoilerkast elke 2 tot 3 maanden schoonmaken. Om de goede werking van de achterspoiler te waarborgen, dient de achterspoilerkast vrij van ijs, sneeuw en bladeren te worden gehouden.