- Afb. 1 Instrumentenpaneel: Display
Op het display in het instrumentenpaneel worden aanwijzingen voor de bestuurder en wageninstellingen weergegeven. Weergavesoort en -inhoud is afhankelijk van de wagenuitvoering.
Het bestuurdersinformatiesysteem wordt met de toetsen van het multifunctiestuurwiel Link bediend.
De informatie -B- wordt in tabbladen -A- weergegeven. De tabbladen worden zichtbaar, zodra u een toets op het multifunctiestuurwiel indrukt.
Het display in het instrumentenpaneel geeft informatie over:
-B- |
Tijd en datum Link |
Digitale snelheidsmeter | |
boordcomputer Link | |
Efficiencyprogramma Link | |
Laptimer Link | |
Gereduceerde weergave | |
Controlelampjes en aanwijzingen voor de bestuurder Link | |
Service-intervalindicatie Link | |
Snelheidsregelsysteem* | |
Parkeerhulp* | |
Weergave maximumsnelheid*
Link | |
Active lane assist*
Link | |
Audio* | |
Telefoon* | |
Navigatiesysteem* | |
-C- |
Kilometer- en dagteller (alleen op het eerste tabblad*)
Link |
-D- |
Buitentemperatuur, schakelindicatie resp. rijstand, controlelampje voor de grootlichtassistent* |
Wanneer er op de buitentemperatuurmeter geen ijskristal wordt weergegeven, kunnen de wegen wel degelijk glad zijn. Houd er rekening mee dat ook bij buitentemperaturen rond +5 °C de weg glad kan zijn - gevaar voor ongevallen door gladheid!
Aanwijzing
- Bij stilstaande wagen of bij zeer lage rijsnelheid kan de aangegeven temperatuur door de uitgestraalde warmte van de motor hoger zijn dan de werkelijke buitentemperatuur.
- Bij temperaturen lager dan +5 °C verschijnt vóór de temperatuurweergave een ijskristal ATTENTIE!.
- De meeteenheden voor bijvoorbeeld temperatuur of snelheid kunt u in de infotainment* veranderen.
- Hoe u de functies Audio* en Navigatie* bedient, vindt u in het aparte infotainment-instructieboekje.